De blauwe moet vliegen

De tachtigjarige strijd tegen Spanje, waarin het ging om de vrijheid van godsdienst, bracht een nieuwe vorm van koeriersdienst: Prins Maurits gebruikte duiven als snelle overbrengers van goede of slechte tijding. In dit verhaal gaat het om het in stand houden van zo”n duivenkoeriersdienst voor Bergen op Zoom, dat bij herhaling een beleg van Spaanse troepen te verduren gekregen had. Geerte Harmsz. een jongen uit Wouw wordt duivenjongen als zijn vader door ziekte uitgeschakeld wordt om deze vorm van koeriersdiensten te onderhouden. Daarbij heeft Geerte op zijn hoede te zijn voor de schout van Wouw en vooral ook van een verradersfiguur, de magere Lijn. Hij wordt, met duiven naar Bergen op Zoom onderweg, gepakt en ingesloten in het rechthuis van Pindorp. Daar wordt ook ingesloten een prediker uit Tholen, die tijdens zijn tocht naar Dordrecht om daar een bijeenkomst bij te wonen om nader onderricht te worden over de gevaren van de remonstrantse opvattingen, die opgeld beginnen te doen, gegrepen is. Beiden komen vrij, – maar beiden op zeer verschillende wijze. Boeiend is ook de manier waarop beschreven wordt hoe de jonge Geerte daarna toch de van zijn vader overgenomen taak weer opvat en door vele gevaren heen de Bergen op Zoomse verdedigers door middel van een duif laat weten, dat De Spinola opnieuw een aanval ten uitvoer legt op de staj. Dit boek geeft geen beeld van overdreven heldendom, doch veeleer van een plichtsbetrachting die voortkomt uit het besef, dat het menselijk onvermogen slechts iets zal kunnen bereiken als God er Zijn zegen aan geeft. 152 blz. met illustraties van de schrijver.

Uitgifte
1972
Uitgever
Van den Tol
Aantal pagina's
102
ISBN
9789063890292